dinsdag 6 februari 2018

Tramplan blijft twistappel in raad Maastricht

De Maastrichtse gemeenteraad blijft verdeeld over de aanleg van een tramlijn naar de Belgische grens. Op dinsdagavond 6 februari 2018 werd het bestemmingsplan voor de lijn besproken, en er bleek weinig overeenstemming. 

Vijf insprekers gaven hun visie, onder wie een financieel deskundig Belgisch ambtenaar die benadrukte dat de financiering van het Belgische deel, naar Hasselt, volstrekt niet zeker was. "Aan Vlaamse zijde is het kaduuk." En daar gaat het om honderden miljoenen, tegenover de circa 70 miljoen die Maastricht in de aanleg van het Nederlandse stukje moet steken. De Belgen hebben de financiering opgezet als een privaat-publiek project, maar tot nu toe is er geen private onderneming gevonden die het risico durft te dragen.

Belgisch Limburg lijkt momenteel eerder in te zetten op spoor- dan tramverbindingen over de landsgrenzen, zoals Neerpelt-Eindhoven en Hamont-Weert. Maar wethouder Gert-Jan Krabbendam heeft de garantie van de Belgische mobiliteitsminister Ben Weyts dat het geld voor Hasselt-Maastricht er hoe dan ook zal komen. Afspraak is afspraak, ofwel "pacta sunt servanda", zo citeerde Krabbendam de minister.

Hoewel het gebruik van de nog bestaande spoorbrug over de Maas al niet meer in het bestemmingsplan staat, kwam één inspreker toch met een plan om de tramverbinding via die brug te gaan exploiteren als tram-trein, met soortgelijk materieel als op de Heuvellandlijn van Arriva. De technische bezwaren tegen het samenrijden van trams en spoorwegmaterieel (goederentreinen) op dezelfde lijn vervallen dan. Ook zou de lijn zo kunnen eindigen op een perron van Station Maastricht. Inspreker Nollen: "Geef het bedrijfsleven de ruimte om zoiets te ontwikkelen. We hebben bij de A2-tunnel gezien dat dat tot een prima resultaat kan leiden."

De keuze voor een eindpunt op de westelijke Maasoever, in plaats van op de oostelijke waar het spoorstation ligt, blijft de gemoederen ook bezighouden. Voor een verlenging naar het station, inclusief vervanging van de nog niet afgeschreven Wilhelminabrug, is zo'n honderd miljoen nodig, en dat geld is er nu niet. Een deel van de raad wil zo'n verlenging niet uitsluiten, ook al is dat nog verre toekomstmuziek.

Tegenstanders onder de raadsfracties beschouwen het tramproject als kapitaalvernietiging door de overheid: als Belgisch Limburg afziet van de bouw, ligt er wel 70 miljoen Maastrichts geld in de grond. Alsof de Limburgse hoofdstad geen andere problemen heeft waar het geld aan besteed kan worden, zo stelden verscheidene fracties.

Dat niet duidelijk is hoeveel exploitatie en onderhoud van het Nederlandse deel van de tramlijn gaan kosten, is geen probleem, volgens wethouder Krabbendam: dat kost de gemeente Maastricht helemaal niets, bezwoer hij bij herhaling. "Alles komt voor rekening van De Lijn", zei hij.

Wordt vervolgd - in de voltallige raadsvergadering op 27 februari 2018. Een voorstel om de kwestie over de gemeenteraadsverkiezingen heen te tillen leek in een eerste peiling weinig kans te maken. Voor de voorstanders is het bestemmingsplan van de tramlijn een hamerstuk; de fracties die tegen zijn, geven zich niet zomaar gewonnen en zeggen in de raadsvergadering opnieuw hun argumenten tegen het tramproject naar voren te zullen brengen.

(Verslag vanaf de publieke tribune: Rob Kievit, Maastricht)