vrijdag 31 oktober 2008

Er waren eens veertig geestelijken

Een groep van veertig priesters en geestelijk raadslieden uit Nederland is op studiereis naar Rome. Enkele van de priesters zijn als aalmoezenier werkzaam voor het ministerie van Defensie.


Verscheidene partijen in de Tweede Kamer hebben bezwaar tegen deze 'rooms-katholieke indoctrinatiereis'. Mogen aalmoezeniers, in dienst van de Nederlandse overheid, zich wel paapse instructies laten geven door de mijterdragende geestelijken in het Vaticaan?


En als de veertig zieleherders terug zijn, zullen ze zich dan wel gedragen als goede Nederlanders, vragen Kamerleden zich af. Of vormen ze een vijfde kolonne?


Het zijn vragen die een Tweede Kamer hoort te stellen. Maar wel een beetje erg argwanend tegenover de rooms-katholieken, die al eeuwenlang deel uitmaken van de Nederlandse samenleving, en ondanks tegenstand erin zijn geslaagd om respectabele posities te verwerven. Dat daarbij nog steeds de rozenkrans wordt gebeden en Maria vereerd zal de gemiddelde niet-katholiek een zorg zijn.


Maar wat krijgen we nu? Veertig geestelijken gaan op een schijnbaar onschuldige bijscholingstrip, en de gewone 'beminde gelovigen' gaan erover morren! Het hoofdkwartier probeert ons te beïnvloeden en onder de duim te houden, zo klinkt het steeds luider vanuit de geloofsgemeenschap. Wij zijn Nederlanders, ook al geloven we anders dan anderen, en wij willen geen gedirigeer van buitenaf.


En dat, beste lezers, is waarom die reis van veertig imams naar Marokko geen onschuldig reisje kan zijn. Dat de Tweede Kamer formele bezwaren heeft, is normaal. Maar dat de gewone Nederlandse moskeeganger via de Marokkaanse koepelorganisaties laat weten niet gediend te zijn van bemoeienis uit Marokko, is een waarschuwingssignaal. Ze pikken het niet langer.


En wij ook niet. Rabat, blijf met je poten af van onze rotmarokkanen!