maandag 28 mei 2007

Oorlogskerkhof met een luchtje

Zij vielen voor onze vrijheid. Deze zin is onverbrekelijk verbonden met de Tweede Wereldoorlog en de herdenking van ‘de gevallenen’. Die doden, Nederlanders en geallieerden, moeten vanzelfsprekend herdacht worden.

En zoveel jaar na de oorlog is het begrijpelijk dat op 4 mei op de Dam in Amsterdam niet alleen de omgekomenen uit WOII worden herdacht, maar ook de Nederlanders die nadien bij ‘conflicten’ (lees: oorlogen) sneuvelden. In Indonesië i.o., of in Libanon bij Unifil, bijvoorbeeld.

Gem. MargratenDe Amerikaanse militairen die hier omkwamen in de Tweede Wereldoorlog worden ieder jaar herdacht op het oorlogskerkhof in Margraten, Limburg. Ook de Amerikanen hebben de herdenking uitgebreid; het is Memorial Day, waarop even wordt stilgestaan bij alle oorlogsgevallenen. Of niet stilgestaan, maar op luidruchtige motorfietsen massaal door Washington gereden. Maar dit terzijde.
De Amerikaanse ambassadeur herdacht op 27 mei in Margraten dus niet alleen onze bevrijders van ‘45, maar ook de Amerikaanse militairen die later de dood vonden, onder andere in Afghanistan. Vanaf dat moment kreeg de herdenking een nare bijsmaak. Er zat een vies luchtje aan de toespraak van de diplomaat.

Die Taliban, dat zijn net de nazi’s, zei ambassadeur Arnall: werelddominantie, angst, demagogie, geweld, onderdrukking, haat. Probeert zijne excellentie met deze analogie het dubieuze optreden van zijn militaire landgenoten in Afghanistan tegenover ons te legitimeren? Okee, wij doen daar in ISAF-kader ook mee, maar de Nederlandse militairen proberen tenminste nog om geen burgerslachtoffers te maken. De Amerikanen schieten wild om zich heen.

Die bijeenkomst, meneer Arnall, is bedoeld om stil te staan bij het offer dat militairen hebben gebracht. Niet om langs een achterdeurtje nog even propaganda te maken voor de onbezonnen oorlogen van de heer Bush. Daarmee degradeert u de gesneuvelde militairen tot willoze pionnen van om het even welke politiek er wordt uitgestippeld door de toevallige bewoner van het Witte Huis. Fout.

Maar we wisten natuurlijk allang dat die Arnall niet deugde. En dat wordt niet breed uitgemeten door een rabiate anti-Amerikaan, maar door de Telegraaf, vlak voor zijn benoeming in januari 2006.
Als bankier liet hij 725.000 leners voor 325 miljoen dollar het schip in gaan. De Senaat wilde hem niet benoemen in Den Haag. Hij stopte de campagne van Bush 12 miljoen dollar toe, een fooitje want de man heeft een vermogen van 2 miljard dollar.
Kortom, die Arnall is een rijke stinkerd met weinig hersens. Voor zo’n man valt weinig respect op te brengen. Yankee, go home.

(oorspronkelijk gepubliceerd op de weblog NewsroomNL van Radio Nederland Wereldomroep)

vrijdag 25 mei 2007

Klimaat voor shownieuws verandert

Nieuws over de kaalgeschoren kop van mej. B. Spears. Of over de celstraf voor mej. P. Hilton. Moeten we daar, als serieus Nederlands nieuwsmedium [RNW]* nou wel berichten over maken?

Nee, dit soort celebrity-nieuws past niet op gelijke voet in een nieuwsuitzending met hard nieuws over spanningen in Oekraïne, de terugkeer van ds. Moqtada al-Sadr op de preekstoel, en het al 17 jaar durende huisarrest van Aung San Suu Kyi in Birma/Myanmar. Zo’n combinatie ondermijnt je gezag als nieuwsmedium, vinden veel redacteuren hier op de nieuwsvloer.

En velen zijn het met hen eens. Ze krijgen vandaag steun van niet de minste: Al Gore. Op een feestelijke promotiebijeenkomst voor zijn nieuwe boek toonde de Amerikaanse opwarmingsprofeet zich teleurgesteld over de “destruction of the boundary between news and entertainment”. Er zijn veel belangrijkere feiten waar we ons druk over moeten maken, zegt Gore. De feiten over de klimaatcrisis, bijvoorbeeld.

Ik weet nu wat ik moet zeggen als een collega een nieuwsberichtje wil maken over, zeg, Paul Newman die definitief ophoudt met acteren. ‘Niet maken dat bericht. Mag niet van Al Gore. Is slecht voor het milieu.’

*oorspronkelijk gepubliceerd op de redactie-weblog Newsroom NL van Radio Nederland Wereldomroep

zondag 6 mei 2007

Kiezen kan – als er keuze is


Abdullah GülTienduizenden Turken hebben geprotesteerd tegen de kandidatuur van minister Abdullah Gül voor het presidentschap. De minister was in het verleden een actief islamist, en veel Turken zien liever een staatshoofd dat zich sterk maakt voor de scheiding van staat en godsdienst. Sinds Atatürk is dat een grondwettelijk vastgelegd principe in Turkije.

Gül heeft zich inmiddels teruggetrokken, niet wegens de betogingen, maar omdat er niet genoeg parlementsleden waren die hem steunden. En mogelijk ook onder druk van het leger, dat niet uitzag naar de komst van een islamistische opperbevelhebber.
Alle respect natuurlijk voor die demonstrerende Turken en hun standpunt, maar is het niet vreemd dat ze die verkiezingen serieus nemen? Bij de presidentsverkiezingen in Turkije is maar één kandidaat! Zo wordt die hele verkiezing een schijnvertoning.

Dat de Turkse bevolking niet eens te pas komt aan deze verkiezingen – het parlement kiest de president – is nog tot daar aan toe. Zo staat het in de wet, net als bij onze Eerste Kamer, en daar breekt ook geen revolutie over uit. Maar om het zalven van één enkele presidentkandidaat te betitelen als ‘een verkiezing’, dat is een potentiële lidstaat van de Europese Unie onwaardig.
En als Gül het werkelijk goed voorheeft met de democratie, had hij zich beter kunnen terugtrekken zodra duidelijk werd dat hij geen tegenkandidaat had. Hoe keurig de wettige procedure ook is gevolgd, je kunt het geen democratie noemen als de keuze zich beperkt tot één kandidaat.

PS 11 mei 2007: Het Turkse parlement heeft in tweede lezing een grondwetswijziging goedgekeurd waardoor de president voortaan door de bevolking wordt gekozen. De nieuwe wet is nog niet van kracht.

(oorspronkelijk gepubliceerd op het redactieweblog NewsroomNL van Radio Nederland Wereldomroep)